Wetenschapper
Als wetenschapper houd ik me bezig met het onderzoeken, begrijpen en aanpakken van organisatievraagstukken.
Ik sta graag met mijn beide benen in de praktijk met de kennis van morgen. Onderzoeken doe ik samen met anderen die nieuwsgierig zijn. Onderzoeken is voor mij een avontuur door een onbekend landschap.
Het gaat me niet alleen om de wereld waarin we leven beter te leren kennen, het gaat me net zo goed om het genereren van inzichten hoe we onze wereld kunnen veranderen en vernieuwen. Niet is zo praktisch als een goede theorie, maar het omgekeerde geldt ook: niet is zo theoretisch als een goede praktijk.
Met het genereren van kennis draag ik bij aan het goed functioneren van werksystemen, het verbeteren van samenwerkingspatronen en het succesvol veranderen van organisaties.
Onderzoek komt voort uit een fascinatie die ik al heb sinds mijn jeugd: nieuwsgierig naar manieren waarop mensen invloed uitoefenen op hun omgeving en hoe die omgeving invloed uitoefent op het gedrag van mensen. Die fascinatie geeft nog steeds richting aan de thema’s in mijn wetenschappelijk onderzoek.
Mijn onderzoek richt zich op het analyseren, begrijpen en aanpakken van lastige vraagstukken waarmee mensen uit meerdere organisaties te maken hebben. Het gaat over het in gang zetten van vernieuwingsprocessen in organisatorische netwerken. Het onderzoek wordt uitgevoerd in teamverband met mijn collega’s aan Esade Business School, de Universiteit van Amsterdam en het Onderzoeksplatform van Sioo. Meer informatie over de uitkomst van onderzoek is te vinden in mijn lijst met publicaties. Er zijn vier centrale thema’s die worden verbonden door een onderliggende onderzoeksmethodologie.
Thema 1: Leiderschap in vernieuwing
Leiderschap is een relatief nieuw thema in mijn onderzoek. Leiders in vernieuwing zijn voor mij mensen die initiatief nemen, hun nek uitsteken en verschil willen maken. Iedereen kan een leider zijn onafhankelijk van een formele positie. Ik ken veel professionals die vanuit professionele schaamte of trots het voortouw nemen in vernieuwing. Mensen die het heft in eigen handen nemen en zelf aan de slag gaan om hun levensomstandigheden te verbeteren beschouw ik ook als leiders. Een mooie beschrijving van leiderschap vind ik: “Het versterken van het vermogen van de gemeenschap om haar eigen toekomst vorm te geven en duurzame veranderingen te realiseren“.
Mijn recente publicatie over Leiders in Cultuurverandering geeft een mooi beeld van de resultaten van dit onderzoek. Dit boek is ook in het Engels verschenen onder de titel Cultural Change and leadership in organizations.
Thema 2: Op gang brengen van organisatorische en maatschappelijke vernieuwing
Dit thema richt zich op vernieuwingsprocessen in dynamische sociale systemen. Het gaat dan om de dynamiek van vernieuwen in organisatorische netwerken, besluitvormingsprocessen die vernieuwingen stimuleren of afremmen, en politieke processen die vernieuwingen op gang brengen of stilzetten. Invalshoeken zijn de interactieprocessen tussen actoren, hoe ze handelen, betekenis geven en reflecteren, en hoe dit bijdraagt aan vernieuwen en leren. Deze werkelijkheid van organiseren, vernieuwen en leren is nogal onstuimig. Het is een wereld van sociale systemen in actie, waarbij relaties spelen tussen theorie en praktijk.
Een stevige publicatie over dit onderwerp is het internationale handboek: Dynamics of organizational change and learning. Een wat handzamere publicatie is Intervening and changing in organizations. Ook mijn oratie Lopen over water sluit goed aan bij dit thema.
Thema 3: Barrières voor veranderen en vernieuwen
Veel veranderingsprocessen in organisaties mislukken of leiden niet tot het gewenste resultaat. Uit ons onderzoek blijkt dat de oorzaak vooral gezocht moet worden in de aanpak van veranderingen, het handelen actoren en de rol van veranderingsmanagers. We hebben twaalf factoren gevonden die bijdragen aan het succes van veranderingsprocessen. Het in kaart brengen van deze barrières en het bespreekbaar maken ervan met mensen in veranderingsprocessen, geeft vaak nieuwe impulsen aan veranderingen in organisaties. Op deze wijze krijgt het onderzoek een actieperspectief waarin alle betrokken kunnen leren. Inmiddels hebben we aan de UvA met de verandermonitor een methodologie ontwikkeld waarmee we barrières in kaart brengen en bijdragen aan vernieuwingsprocessen.
Over dit thema is een hele reeks artikelen geschreven, waaronder: Change capacity of organziations – Five configurations. Een compacte publicatie over dit onderwerp gaat over de verandermonitor.
Thema 4: Macht en invloed in veranderingsprocessen
In elk veranderingsproces wordt invloed uitgeoefend en beïnvloeden actoren elkaar door actie en interactie. Ons onderzoek laat zien dat inspireren en consulteren verstandige manieren zijn om invloed uit te oefenen en werkelijke betrokkenheid te realiseren. Het sluiten van coalities, het dreigen met maatregelen of je beroepen op regels zijn minder handig. Als het gaat om nieuwe mogelijkheden te zoeken voor maatschappelijke vraagstukken is dialoog essentieel, evenals het uitwisselen van achterliggende beelden.
Een internationale publicatie over dit onderwerp is Power Dynamics and organizational change.
Onderzoeksmethodologie
In dynamische systemen interacteren onderzoekers en onderzochten. In deze interacties geven ze betekenis aan gebeurtenissen en interpreteren ze de werkelijkheid die door hun gezamenlijk handelen onderhevig is aan vernieuwing. De relatie tussen onderzoekers en onderzochten is gebaseerd op gelijkwaardigheid, gezamenlijke betrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid. Ze maken samen keuzen voor de vertrekpunten van het onderzoek, de context van de vernieuwing, de achterliggende assumpties en de methoden die worden gehanteerd. Deze keuzen komen tot stand en worden bijgesteld gedurende de interacties tijdens het proces van organiseren, vernieuwen en leren. Reflectief handelingsonderzoek is gericht op actie, reflectie en kennisgeneratie. Het gaat om het begrijpen van ambigue vraagstukken, het op gang brengen van interactieprocessen en het gezamenlijk zoeken naar handelingsalternatieven om vraagstukken te kunnen hanteren. En het gaat het om kennisgeneratie en theorieontwikkeling over processen van vernieuwen en leren.